Cézanne wordt beschouwd als de vader van de moderne kunst. Aanvankelijk past hij het impressionisme toe op de zonnige landschappen van de Midi en de Provence. In tegenstelling met het efemere impressionisme streeft hij een sterke en klassieke compositie na. Jarenlang zoekt hij de geometrie van stillevens en landschappen zo getrouw mogelijk weer te geven. Hij gaat hierbij intuïtief te werk en verlegt de grenzen van het realisme. Hij zegt “Ik wil Parijs verrassen met een appel”, wat ook zal gebeuren in zijn laatste levensjaren. Vanaf 1895 ontwikkelt hij nog een nieuwe stijl, waarbij hij grote abstractie en schitterende kleurenharmonieën bereikt. Zijn werken zijn tot vandaag buitengewoon modern en kleurrijk. Zelf had hij zich sinds decennia, teruggetrokken in zijn geliefd Aix-en-Provence, waar hij in totale fusie met zijn kunst leefde. Tussen 1895 en 1906 inspireert hij symbolisten, fauvisten en kubisten zoals Denis, Bonnard, Vuillard, Matisse, Picasso, Braque enz.