Andy Warhol beslist in 1962 alledaagse voorwerpen zoals dollarbiljetten, Campbellsoepen en bekende filmsterren te schilderen. Reeds in 1965 is hij wereldberoemd in U.S.A. en West-Europa.
Zijn kunst is zeer toegankelijk, optimistisch en prettig om naar te kijken. Ze reflecteert de triomf van de Amerikaanse consumptiemaatschappij en haar idolatrie voor celebrities, glamour en geld. En ze capteert ook de nieuwe beeldcultuur van televisie en publiciteit.

Nog in de sixties wijzigt de kunstmarkt op ingrijpende wijze. Veilinghuizen zoals Christie’s en Sotheby’s domineren voortaan de markt. De klassieke concepten van kunst en kunstenaar veranderen voor altijd. Marketing, publiciteit en hoge prijzen worden legio in kunst. Pop-art is een echte hype en weerspiegelt de toenmalige Amerikaanse cultuur van overconsumptie, die de ganse wereld zal beïnvloeden.